Opdracht Betoog
De Nederlandse overheid moet stoppen met het geven van ontwikkelingshulp.
De Nederlandse overheid heeft de laatste decennia veel geld uitgegeven aan ontwikkelingshulp. Dit geld gaat naar de overheid van een derde wereldland, of naar Nederlandse hulporganisaties. Maar is deze hulp echt wel zo efficiƫnt? Dat is de vraag die mensen de laatste jaren steeds meer stellen. Moeten wij als land niet stoppen met het bieden van hulp en geven van geld, want heeft het wel nut?
Onder druk van linkse partijen en steun van de christelijke partijen wordt er elk jaar ongeveer 30 miljard euro besteed aan ontwikkelingshulp. Ondanks al dit geld en de hulp die daardoor mogelijk wordt gemaakt zijn de resultaten armzalig. De IBO (instpectie ontwikkelingssamenstelling en beleidsevalutatie) concludeerde dat het meeste geld naar schuldkwijtschelding en begrotingssteun gaat, en hierdoor wordt de armoedebestrijding, wat het doel van de ontwikkelingshulp is, verwaarloosd. Er kan geen aantoonbaar effect van de ontwikkelingshulp op economisch gebied worden aangetoond.
Ook is het uit onderzoek gebleken dat landen die veel ontwikkelingshulp hebben gekregen vaak minder democratisch worden. Vaak proberen machthebbers en ambtenaren te profiteren van de hulp door geld achter te houden. Neem bijvoorbeeld Oeganda, waar voor onderwijsprojecten veel geld naartoe gestuurd is. Slechts 13% van dit geld is daadwerkelijk bij scholen terecht gekomen.
Natuurlijk is het zo dat er verbeteringen zijn geweest. Er is een verbetering gekomen in het onderwijs en in de beschikbaarheid van drinkwater. Maar al deze verbeteringen zijn minder dan verwacht. Er is wel degelijk progressie, maar is deze groot genoeg? Elk jaar gaan er miljarden vanuit de Nederlandse overheid naar ontwikkelingshulp terwijl de resultaten op elk gebied achter blijven, hier moet een eind aan komen.
Er zijn dus weinig resultaten van de hulp die wij bieden. De hulp wordt misbruikt, of gewoon op de verkeerde manier gebruikt. We blijven veel geld geven om de derdewereldlanden te helpen, maar op deze manier is er te weinig resultaat voor de bedragen waar het om gaat. Hier moet een eind aan komen.
zondag 25 oktober 2015
zondag 27 september 2015
Betoog: leerlingen moeten docenten kunnen kiezen
Leerlingen kiezen docenten
Keuzevrijheid is voor iedereen belangrijk, dus ook voor
leerlingen. Elk jaar klagen er weer leerlingen over de verschrikkelijke docent
die ze voor latijn hebben, of zijn blij over de nieuwe leraar voor
aardrijkskunde, die wil toch iedereen? Maar heeft dit nu echt effect op je
eindresultaten? En zouden leerlingen daarom zelf hun docenten moeten kunnen
kiezen?
Naar mijn mening moeten leerlingen zelf hun docenten kunnen
kiezen, of in ieder geval hun mening erover kunnen uitspreken. Natuurlijk is
het lastig om het iedereen naar zijn zin te maken, maar ik denk dat het
mogelijk is.
De drie basisbehoeften van een leerling zijn competentie,
autonomie en relatie. Met competentie wordt bedoeld dat leerlingen vertrouwen
en plezier hebben in hun eigen kunnen. Autonomie houdt in dat de leerling in
staat is, en de mogelijkheid krijgt om zelf dingen te ondernemen. Relatie heeft
te maken met de waardering die de leerlingen krijgen. Deze drie dingen hangen
vooral af van degene die voor de klas staat.
Geeft de leraar complimenten, of zegt deze alleen wat fout
is? Door complimenten kan bijvoorbeeld het zelfvertrouwen gestimuleerd worden,
terwijl dit door negatief kritiek juist minder kan worden.
Waar de ene leerling het erg nodig heeft om veel zelf te kunnen doen en een eigen weg te kunnen kiezen, heeft de andere leerling veel steun van de docent nodig. Dit is dus per leerling, maar ook per leraar verschillend. De ene docent heeft het hele jaar al uitgestippeld, terwijl de andere docent de leerlingen veel zelf laat leren en veel verantwoordelijk geeft. Ook dit hangt dus af van de leraar.
De relatie die iemand met een bepaalde persoon heeft is natuurlijk per persoon verschillend. Daarom denk ik ook dat het belangrijk is per leerling te kijken bij welke leraar die past. Voor iemand waar je een goede relatie mee hebt, en dus waardering voor hebt doe je nou eenmaal beter je best dan voor iemand die je eigenlijk helemaal niet aardig vind.
Waar de ene leerling het erg nodig heeft om veel zelf te kunnen doen en een eigen weg te kunnen kiezen, heeft de andere leerling veel steun van de docent nodig. Dit is dus per leerling, maar ook per leraar verschillend. De ene docent heeft het hele jaar al uitgestippeld, terwijl de andere docent de leerlingen veel zelf laat leren en veel verantwoordelijk geeft. Ook dit hangt dus af van de leraar.
De relatie die iemand met een bepaalde persoon heeft is natuurlijk per persoon verschillend. Daarom denk ik ook dat het belangrijk is per leerling te kijken bij welke leraar die past. Voor iemand waar je een goede relatie mee hebt, en dus waardering voor hebt doe je nou eenmaal beter je best dan voor iemand die je eigenlijk helemaal niet aardig vind.
Natuurlijk is het erg lastig alle leerlingen op een school
hun eigen docenten te laten kiezen. Sommige leraren zullen misschien nooit
gekozen worden, terwijl anderen door de meerderheid op nummer een gezet wordt.
Desondanks denk ik dat dit door middel van een goed systeem waar kan worden
gemaakt, of in ieder geval, beter. Er kan bijvoorbeeld voor gezorgd worden dat
leerlingen hun mening kunnen uiten door bijvoorbeeld een formulier in te
leveren. Als hier naar gekeken wordt bij het maken van de roosters kan dit al
een grote verandering opleveren.
Er bestaat naar mijn mening dus een verschil
tussen welke docent er voor de klas staat. Voel je je op je gemak, heb je
vertrouwen in je eigen kunnen? Wil je echt goede cijfers halen, niet alleen
voor jezelf maar ook voor de docent? Als
dit het geval is denk ik dat je resultaten hier zeker beter van kunnen worden.
Dus vind ik dat je je docenten moet kunnen kiezen welke docenten jou lesgeven,
of dat jouw mening in ieder geval wordt meegenomen in het besluit.
Abonneren op:
Reacties (Atom)